Identiteitspolitiek
Ik ben niet zo van de identiteitspolitiek. Als ik dat wel zou zijn, dan zou ik een opmerking kunnen maken over het beperkte aantal vrouwen in de Bergse politiek. Ik vind het echter veel belangrijker dat de beste persoon gekozen wordt voor een bepaalde functie en of dat nu een man of vrouw is vind ik verder niet zo relevant.
Quotum
Toch ben ik een groot voorstander van het invoeren van een quotum; geen vrouwenquotum, maar een quotum voor mensen met een bèta achtergrond, en wel in alle lagen van de volksvertegenwoordiging.
Ik maak me namelijk grote zorgen over het gebrek aan mensen met een technische achtergrond in de politiek. Dat is op alle politieke niveaus een probleem aan het worden.
De tweede kamer wordt voornamelijk gevuld door mensen met een gamma achtergrond (waaronder bestuurskundigen, juristen en politicologen). Heel nuttig voor het maken van wetsvoorstellen maar misschien iets minder handig als over technisch inhoudelijke zaken moet worden gedebatteerd.
Energietransitie
Ook wanneer er over de energietransitie wordt gesproken wordt de plank nogal eens mis geslagen.
Zo hoorde ik niet zo lang geleden, toen nog tweede kamerlid, Rob Jetten (bestuurskundige) zeggen dat je met kernenergie geen huizen kan verwarmen (blijkbaar wel met windmolens) en onlangs in het programma Buitenhof gaf hij aan dat “als 1 miljoen Nederlanders iets korter gaan douchen en de thermostaat 2 graden lager zetten we 7% gas zouden kunnen besparen in Nederland”. Was het maar waar, helaas is het probleem iets groter dan dat.
Vrijdag 22 april gaf de heer Jetten aan dat Nederland eind 2022 afscheid wil nemen van het Russische olie, gas en steenkool (bron: nu.nl). Dat kan, ik denk alleen dat de alternatieven voor D66 nog minder aantrekkelijk zijn dan de Russische fossiele brandstoffen nu al zijn.
Gemeenteraad
Tijdens de vergaderingen in de gemeenteraad gaat het ook regelmatig mis. Tijdens de laatste commissievergadering op 6 april 2022 ontstond er een discussie over waterstof.
De heer van der Coelen (PK) sloot de discussie af:
“Ik sluit me aan bij de vraag van het CDA over stikstof”.
De discussie ging echter over waterstof niet over stikstof. Ik ga er maar even vanuit dat het een verspreking was……
De wethouder kreeg vervolgens echter het woord en verbeterde de heer van der Coelen:
“Je moet ze alle twee niet inademen meneer van der Coelen, maar u bedoelt natuurlijk waterstof i.p.v. stikstof”.
Zucht….
Ik had eigenlijk van de wethouder, die bioloog is, wel verwacht dat hij de samenstelling van lucht zou kennen, die bestaat namelijk voor 78% uit stikstof. Wij ademen dus de hele dag door stikstof in. Maar ja, ook een wethouder kan zich natuurlijk vergissen.
Het probleem is echter dat er geen sprake is van een eenmalige vergissing of verspreking. De afgelopen drie jaar, dat is de periode waarin ik de vergaderingen volg, is het regelmatig voorgekomen dat er uitspraken worden gedaan waaruit een gebrek aan technische kennis blijkt.
De maatschappij wordt steeds technologisch geavanceerder, de projecten waarover de politiek moet beslissen daarmee ook.
Wanneer in de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan in de gemeente, de noodzakelijke technische kennis te beperkt aanwezig is, is dan goede besluitvorming nog wel mogelijk?
Ik had gehoopt dat er na de verkiezingen meer bèta’s in de Bergse politiek terecht zouden komen, maar helaas is dat niet het geval.
Hoe gaat de raad haar controlerende taak uitvoeren wanneer raadsleden de noodzakelijke technische kennis ontberen? Ik zou graag van de raadsleden willen horen hoe ze hiermee om denken te gaan want wensdenken is leuk, maar een realistisch haalbaar verhaal hoor ik als burger echt veel liever.