Energieonafhankelijk, What’s in a name

Bij de bijeenkomsten van de gemeenteraad in Bergen wordt er regelmatig een vraag gesteld over Energielandgoed Wells Meer waarbij ik op het puntje van mijn stoel ga zitten; een goede vraag waarop ik het antwoord ook graag wil weten. Het komt echter met enige regelmaat voor dat ik met meer vragen blijf zitten dan dat ik vooraf had. De wethouder is namelijk niet alleen erg intelligent en goed bespraakt maar ook een meester in geven van halve antwoorden. Helaas wordt op zo’n moment door de raads- en commissieleden niet doorgevraagd waardoor veel onduidelijkheid blijft bestaan.

Zo ook tijdens de commissievergadering Ruimte & Economie van 10 mei 2023.

In de commissievergadering werd de RaadsinformatieBrief van het programma VerduurSAMEN 2030 en Energielandgoed Wells Meer besproken.

logo vvd bergen

De VVD fractie had, voorafgaand aan de vergadering, schriftelijk een aantal vragen gesteld die helaas niet meer voor de vergadering konden worden beantwoord. Fractievoorzitter van Rijen herhaalde daarom de belangrijkste vraag nog eens mondeling tijdens de vergadering:

“In de RaadsinformtieBrief wordt gemeld dat de ambitie is om Energieneutraal te willen zijn, daar waar eerder is vastgesteld – en volgens de website van het Energielandgoed wordt gemeld – om energie-onafhankelijk te willen zijn? Waarom wordt in de RIB een andere ambitie gemeld dan eerder is vastgesteld? En wat is het verschil?”

Hij voegde er aan toe, “ik denk dat ik het antwoord wel weet, maar ik wil het toch graag publiekelijk horen”…….

De heer van Rijen werd gerustgesteld door de Wethouder,

“De ambities zijn niet bijgesteld”, “geen haar op ons hoofd dat we niet streven naar energieonafhankelijk”, “De ambitie blijft om uiteindelijk energieonafhankelijkheid te realiseren”

Hummm,

De uitspraak klopt gedeeltelijk maar vertelt niet het hele verhaal. Om dat toe te lichten moeten we even terug in de tijd:

In 2017 worden de plannen voor Energielandgoed Wells Meer gevormd, daarna wordt de ambitie vastgesteld om in 2040 Energieneutraal te zijn, dat wordt later aangepast naar een Energieneutraal Bergen in 2030. Tijdens de raadsvergadering van juni 2018 wordt, op voorstel van de VVD fractie, dit aangepast naar een Energieonafhankelijk Bergen in 2030. 

Toenmalig fractievoorzitter Jennissen gaf aan:

“Energieonafhankelijkheid betekent energie opwekken in de hoeveelheid die nodig is en op de tijdstippen dat die nodig is”.

” De productie van zonne-energie en wind-energie is sterk afhankelijk van het seizoen en het weer. Om de dalen in deze energieproductie op te vangen is het noodzakelijk om energieopwekking met gasgestookte energiecentrales in te zetten. Alleen dit soort centrales zijn in staat relatief snel op te starten en energie te produceren. En daar ligt natuurlijk het probleem: we willen van het gas af! Daarom wil de VVD meteen de stap maken naar energieonafhankelijkheid: energie produceren in de hoeveelheden en op de tijdstippen dat dat nodig is. Zonnepanelen en windenergie blijven een grote rol spelen, maar we moeten ook kijken naar weersonafhankelijke technieken zoals bijvoorbeeld biomassa”.

In de beginjaren van de ontwikkeling van het Energielandgoed stond de biomassacentrale nog in de plannen, in 2019 werd de biomassacentrale uit het plan verwijderd, de term Energieonafhankelijk bleef echter bestaan.

De gemeente Bergen hanteerde in die periode de volgende definitie van het begrip Energieonafhankelijk:

“Energieonafhankelijk betekent dat er binnen de gemeente altijd voldoende eigen opgewekte energie aanwezig is in alle weersomstandigheden. Met eigen opgewekte energie bedoelen we energie van bronnen afkomstig uit de eigen gemeente. Het gaat dan om de energiebehoefte van zowel alle bedrijven als alle inwoners”.

Definitie energieonafhankelijk gemeente Bergen

De belangrijkste woorden in deze definitie zijn:

“Altijd” en “In alle weersomstandigheden”.

Aangezien de zon niet altijd schijnt en de wind niet altijd waait en er geen (extra) biomassacentrale in de gemeente komt betekent dit concreet dat er opslag van energie moet gaan plaats vinden of dat er een ander manier van opwekking van energie moet worden gevonden. Dat moet gebeuren in een dusdanige mate dat wanneer de wind niet waait en de zon niet schijnt er toch zo veel energie beschikbaar is als de inwoners en de bedrijven gebruiken. Dit alles zou in 2030 moeten zijn gerealiseerd.

Eind 2019 liet de gemeente Bergen onderzoek doen naar de mogelijkheden voor een “regionaal energiemanagementsysteem” op het energielandgoed. Adviesbureau Blueconomy onderzocht de mogelijkheden voor opslag en omzetting van energie en bekeek vier varianten: batterijen, waterstof, zonthermie en geothermie.

Het volgende werd geconcludeerd:

Batterijen:

“Afhankelijk van de aannames en uitgangspunten die worden gekozen, en afhankelijk van de techniek (opslag, laadsnelheid enz.) moet bij 50.000 MWh surplus verdeeld over een jaar gedacht worden aan een batterij in de ordegrootte van 100-150 MWh. Dit komt in de buurt van de grootste batterij ter wereld, de Tesla big battery in Australië (193,5 MWh). Het is onze ogen eerder haalbaar om – mede gezien de omvang van de Nederlandse balanceringsmarkt – aan een batterij van 10 of 20 MWh te denken”.

Daarmee werd de mogelijkheid om met batterijen energieonafhankelijk te zijn in 2030 minder realistisch.

Waterstof:

“De tweede route heeft betrekking op de conversie van elektriciteit naar waterstof door middel van elektrolyse. Met 50.000 MWh/jr. kan ongeveer 833 ton waterstof worden geproduceerd m.b.v. een 6,1 MW installatie. Hierbij moet worden opgemerkt dat elektrolyse hoge investeringen in installaties vereist (zowel voor conversie als voor opslag), en dat het belangrijk is om deze installaties zoveel mogelijk gedurende het hele jaar te laten draaien (volcontinu). Dat betekent dat waterstof niet zozeer een oplossing is voor peak-shaving, als wel een manier om duurzaam opgewekte elektriciteit op te slaan. De waterstof die jaarrond wordt geproduceerd wordt vooral ingezet in de winter, als de warmtevraag het grootst is, en dus is opslag van een deel van de geproduceerde waterstof gewenst”

Het advies was om een klein waterstof project te realiseren op Wells Meer i.v.m.:

“investeringen die te overzien zijn en risico’s die te beheersen zijn”.

Waterstof was dus ook niet echt de oplossing voor energieonafhankelijkheid in 2030.

Zonthermie:

“Uit onze berekeningen volgt dat met 50.000 MWh (uit productie genomen zonnepalen photovoltaisch en het equivalent hiervan 73.000 MWhth) in zo’n 24% van de warmtevraag van de gemeente Bergen kan worden voorzien. Voor deze route is het noodzakelijk dat er een warmtenet wordt aangelegd in de gemeente Bergen. Dit is een kostbare aangelegenheid, temeer omdat de gemeente Bergen een vrij dun bewoond gebied is en dus veel infrastructuurkosten per woning vereist. Ook blijkt dat de business case voor seizoensopslag in een Ecovat nog niet haalbaar is”.

Geen energieonafhankelijkheid in 2030 dus m.b.v. zonthermie.

Geothermie:

“Uit de berekeningen blijkt dat (o.b.v. jaargemiddelden) met een surplus van 50.000 MWh aan elektriciteit water in het geval van gebruikmaking van de ondiepe bron, in zo’n 148% van de warmtevraag van de gemeente Bergen kan worden voorzien. Dus, er kunnen zelfs nog andere gemeenten worden aangesloten, al speelt afstand en transport van warmte natuurlijk een belangrijke rol”.

“Er zijn wel een aantal kanttekeningen te plaatsen bij deze route. De investeringen in het slaan van een put (doubletten) zijn aanzienlijk, al snel in de ordegrootte van 10-20 mln Euro”.

“Ook voor deze route is het noodzakelijk dat er een warmtenet wordt aangelegd in de gemeente Bergen. Dit is een kostbare aangelegenheid, temeer omdat de gemeente Bergen een vrij dun bewoond gebied is en dus veel infrastructuurkosten per woning vereist”.

Blueconomy adviseerde om een proeftuin waterstof op te zetten en de mogelijkheden te bekijken voor een warmtenet zon- of geothermie in tuindorp.

En zo geschiedde:

Het project rondom geothermie werd al snel beëindigd vanwege het feit dat Bergen in Noord Limburg ligt. Momenteel is geothermie daar niet toegestaan vanwege actieve breuklijnen in de ondergrond die kunnen zorgen voor seismische activiteiten. Staats toezicht op de mijnen heeft dan ook diverse opgestarte geothermie projecten in Limburg stilgelegd (zie artikel).

Zo werd ook een streep gezet door geothermie als weg naar een Energieonafhankelijk Bergen in 2030.

De gemeente Bergen moet zich in die tijd gerealiseerd hebben dat het bereiken van een Energieonafhankelijk Bergen in 2030 niet echt realistisch meer was. 

Maar ja, wat te doen?

Er lag een aangenomen motie die oproept tot een Energieonafhankelijk Bergen in 2030. Daarnaast was aan iedereen deze ambitie gecommuniceerd: de inwoners, Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en zelfs politiek Den Haag.

Tom Poes verzin een list…..

verduurSAMEN2030

Ongeveer twee jaar geleden, in de zomer van 2021, viel mij op dat er op de gemeentelijke website VerduurSAMEN2030 een andere definitie stond van het begrip Energieonafhankelijk:

“Een gemeente is zelfvoorzienend, en dus energieonafhankelijk, als in de totale energiebehoefte binnen de gemeente wordt voorzien door opwekking met behulp van bronnen afkomstig uit de eigen gemeente”.

De woorden “altijd” en “in alle weersomstandigheden” zijn uit de definitie gehaald en daarmee is zowel de opslag van energie als andere methoden van energieopwekking (dan zon en wind) uit de gemeentelijke ambitie voor 2030 gehaald.

Dat wil niet zeggen dat de gemeente Bergen niet meer streeft naar opslag van energie, maar wel dat de molensteen die om de nek van de gemeente hing om extreme hoeveelheden energie op te gaan slaan (of om te zetten in waterstof / geothermie te realiseren) in 2030 even werd neergelegd.

De nieuwe definitie van een Energieonafhankelijk Bergen is daarmee gelijk aan de definitie van een Energieneutraal Bergen: zo veel elektriciteit opwekken als je verbruikt.

Dat is ook terug te zien in het door de gemeente, eind van de zomer van 2022, gemaakte filmpje over de ambitie van de gemeente Bergen, de term opslag van energie wordt niet meer genoemd. 

Het aanpassen van de ambitie was op zich een goed idee, want de oude ambitie was niet realistisch en niet haalbaar, we noemen dit ook wel voortschrijdend inzicht.

Ik heb mij in de zomer van 2021 alleen wel afgevraagd of deze ambitieverandering / bijstelling van het doel voor 2030 met de gemeenteraad was afgestemd.

De gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan in de gemeente, heeft immers de ambitie voor een Energieonafhankelijk Bergen in 2030 (met bijbehorende definitie) vastgesteld in 2018 en een aanpassing van de ambitie zou dan ook in de gemeenteraad moeten worden besproken en vastgesteld.

In de openbare vergaderingen van de gemeenteraad en ook in commissieverband werd hier echter niet over gesproken.

Voor mij bleef de afgelopen jaren dan ook de vraag, is de gemeenteraad niet op de hoogte van de ambitiewijziging of is de gemeenteraad akkoord gegaan met de aanpassing van de ambitie?

De bovenstaande vraag van de VVD fractie tijdens de commissievergadering op 10 mei 2023 suggereert het eerste.

CDA Bergen verkiezingsadvertentie

In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 viel mij echter op de CDA fractie inmiddels de term energieneutraal gebruikte. In de paginagrote advertentie op de achterzijde van de maasduinen courant die uitkwam vlak voor de verkiezingen kunnen we lezen:

“Realisatie van Energie landgoed Wells Meer gaat een belangrijke bijdrage leveren aan de doelstelling om Bergen in 2030 energieneutraal te krijgen”.

Energieneutraal dus en niet meer energieonafhankelijk.

Het CDA was dus, denk ik, op de hoogte van de aanpassing van de ambitie.

Des te opvallender is de uitspraak van de (CDA) wethouder in de commissievergadering van 10 mei:

“de ambities zijn niet bijgesteld”.

Misschien niet recent nee, maar de ambitie is na het aannemen van de motie in 2018 wel degelijk veranderd. Misschien niet voor de verre toekomst maar wel voor 2030 en dat is waar de vraag van de fractievoorzitter van de VVD over ging. In de Raadsinformatiebrief staat immers: De totale opgave van de gemeente is om in 2030 energieneutraal te zijn”.

De wethouder gaf een half antwoord, ambities zijn namelijk een rekbaar begrip, de VVD nam helaas genoegen met het antwoord, en vroeg niet door of dit de ambitie betrof voor 2030 of voor in een verre toekomst. Zo bleef de oplettende luisteraar wederom met vragen zitten: begreep de wethouder de vraag niet? weet de wethouder niet beter? of strooit hij zand in de ogen van de commissie?

Wat het antwoord ook is, de impact van de aanpassing is groot. Door van een Energieonafhankelijk Bergen in 2030 naar een Energieneutraal Bergen in 2030 te gaan is de ambitie sterk naar beneden bijgesteld.

We kunnen het nog steeds wel Energieonafhankelijk noemen, maar what’s in a name: in de praktijk is het echt Energieneutraal.

Een dergelijk verandering had natuurlijk in de gemeenteraad (als opdrachtgever) moeten worden vastgesteld.

Hoe het precies werkt in overheidsorganisaties weet ik niet want ik ben een bedrijfskundige geen bestuurskundige. Ik kan u echter wel garanderen dat het in private organisaties, met helder gedefinieerde projectrollen, uitgesloten is dat de ambitie van een project ter grootte van 200 miljoen euro sterk naar beneden wordt bijgesteld (door de projectorganisatie) zonder daarover de opdrachtgever te informeren.

Het is in het bedrijfsleven overigens ook ondenkbaar dat een opdrachtgever pas twee jaar na het aanpassen van de ambitie daar achter zou komen, die zou dan toch werkelijk in slaap gesust moeten zijn, wat dat aan gaat is er misschien toch wel sprake van het werk van Klaas Vaak.