Kilowattknallers

Enkele jaren geleden werd ik door de Limburger geïnterviewd over Energielandgoed Wells Meer. Eén van de eerste vragen die werd gesteld luidde: “Wat vind je van de plannen voor Energielandgoed Wells Meer”. Mijn antwoord was: “Stel je die vraag aan mij als inwoner van Bergen, als inwoner van Nederland of als bedrijfskundige”. De journalist keek wat bedenkelijk en antwoordde vervolgens : “Als inwoner van de gemeente Bergen” en zo probeerde ik de vraag genuanceerd te beantwoorden vanuit het gezichtspunt als inwoner.

energielandgoed wells meer

Had hij echter een ander antwoord gegeven dan was mijn visie op sommige aspecten van het Energielandgoed anders geweest. Hoewel de plannen van de gemeente Bergen misschien erg lucratief klinken en de bewoners daarvan hopelijk gaan meeprofiteren vind ik het wel belangrijk dat er zorgvuldig met beperkte resources wordt omgegaan.

Vanaf het begin van de plannen rondom het Energielandgoed heb ik mijn bedenkingen bij de locatie van het toekomstige grootste zonneveld van Nederland. Ik ben namelijk van mening dat energieopwekking zo veel mogelijk plaats zou moeten vinden of “in de buurt van afnemers”, of “in de buurt van het hoogspanningsnet”. Wells Meer voldoet aan geen van beide. Op het Limburgse platteland, aan de Duitse grens, in een kleine gemeente met slechts dertienduizend inwoners, zonder grootschalige industrie en ver verwijderd van het dichtstbijzijnde hoogspanningsnet (Venray). Ik denk dat grondstoffen, menscapaciteit en materiaal efficiënter en effectiever kunnen worden ingezet dan bij de realisatie van Wells Meer het geval is.

Gisteren (28 februari 2023) kreeg mijn mening bijval van Enexis. Op de website van Enexis werden de speerpunten van de nieuwe visie van Enexis netbeheer geplaatst:

“Plan nieuwe grootschalige zonprojecten niet meer in afgelegen gebieden, zoals nu veel gebeurt maar in de buurt van industriegebieden of bedrijventerreinen”.

transportcapaciteit zuid nederland

Enexis, die o.a. in Limburg de regionale netbeheerder is, kampt al jaren met transportschaarste voor grote invoeders van duurzame elektriciteit (zon- en windparken). In totaal staan er zo’n 4000 klanten op de wachtlijst met wind- en (vooral) zonprojecten waar op dit moment geen netcapaciteit voor is. Om die reden werd de visie “Duurzaam op land” deze week gepresenteerd.

Enexis licht de nieuwe visie op de website als volgt toe:

“In het Klimaatakkoord staat de doelstelling dat Nederland in 2030 voor 35 TWh aan duurzame elektriciteit op land moet opwekken”.

“Lange tijd werd bij het maken van plannen voor duurzame opwek op land vooral gekeken naar het doelbereik van 35 TWh en veel minder naar hoe deze projecten de meeste maatschappelijke waarde kunnen hebben”.

“Die tijd is, als het aan Enexis ligt, voorbij. In 2030 dragen zon en wind op land altijd optimaal bij aan een duurzaam en betaalbaar energiesysteem. Daarnaast breidt Enexis alleen het netwerk nog uit als het past binnen de totale gebiedsopgave. Technisch personeel, middelen en materialen zetten we in voor netuitbreidingen waar óók vraag is naar afname van elektriciteit, bijvoorbeeld omdat er industrieclusters zijn die willen uitbreiden of verduurzamen”.

Jeroen Sanders, Chief Transition Officer bij Enexis, gaf in een gesprek met Nieuwsuur (bron: NOS) het volgende aan:

“De grootste zonneparken verschijnen daar waar er genoeg ruimte is en de grond relatief goedkoop: de dunnerbevolkte gebieden in de provincies aan de Duitse grens. Maar juist daar is weinig lokale vraag”.

solar field

“Wij willen in ieder geval de komende jaren stoppen met het aansluiten van dit soort parken, ‘kilowattknallers’ zoals wij ze noemen, omdat ze heel veel investeringen en kabellengte kosten, die inspanning gebruiken we liever om klanten aan te sluiten die nu op een aansluiting wachten.”

Tsja, ook het Energielandgoed is zo’n kilowattknaller in een dunbevolkt gebied aan de Duitse grens.

Verwacht ik dat de nieuwe visie van Enexis impact gaat hebben op Wells Meer?

Ja en Nee.

In de uitzending van Nieuwsuur (min 26 – 33) geeft de woordvoerder van Enexis duidelijk aan dat Enexis de komende jaren wil stoppen met het aansluiten van “dit soort parken” omdat die heel veel investeringen en kabellengte kosten. Ook geeft hij aan dat hij graag wil dat de netwerkbeheerders de mogelijkheid krijgen om bepaalde projecten voorrang te geven en dat het wettelijke systeem van “first come, first serve” moet worden afgeschaft.

Hoewel bovenstaande klinkt als een serieuze bedreiging voor het Wells Meer kan ik mij niet voorstellen dat de netwerkbeheerders nu nog de figuurlijke stekker uit het project trekken. De plannen voor het Energielandgoed bevinden zich in een vergevorderd stadium en Enexis is al jarenlang onderdeel van de stuurgroep. Anderzijds heeft de de Raad van State nog steeds geen uitspraak gedaan over de aanpassing van het bestemmingsplan. Hierdoor wordt de realisatie van Wells Meer voortdurend naar achter verschoven. Hoe langer dit duurt des te hoger wordt het risico.

inkomsten zonneparken

Bovendien kan het veranderende beleid wel degelijk impact hebben op de business case van het Energielandgoed en dat heeft te maken met een veranderend inzicht over wie de kosten van de aansluiting moet gaan betalen.

De netbeheerders investeren nu vier miljard per jaar in de uitbreiding van het net. De komende jaren zal dat, volgens Enexis, oplopen naar 8 miljard per jaar.

Onder de huidige regelgeving betalen de eindverbruikers (consumenten en bedrijven) deze kosten. Gezien de hoge investeringen in het netwerk is de verwachting dat de tarieven wel eens zouden kunnen gaan verdubbelen. Om de kosten enigszins onder controle te kunnen houden pleiten netbeheerders ervoor dat ook de grote opwekkers van stroom gaan meebetalen aan de aansluiting op het netwerk. Hierdoor wordt het realiseren van afgelegen zonneparken minder attractief omdat de aansluitingskosten voor deze parken hoger zijn dan voor zonneweides die geplaatst worden direct naast industriegebieden of bedrijfsterreinen.

In een reactie op dit plan laat het ministerie van Economische Zaken & Klimaat weten dat het voorstel om producenten te laten meebetalen voor de uitbreiding en het onderhoud van het net momenteel nog wordt onderzocht.

Mocht het zo zijn dat grote opwekkers van stroom inderdaad moeten gaan betalen voor de aansluiting op het net dan is dat voor de business case van Wells Meer slecht nieuws, heel slecht nieuws.

We blijven het uiteraard volgen.