Crisis

corona

Maandagavond 7 uur, 8,4 miljoen Nederlanders luisteren naar de toespraak van onze minister-president vanuit het torentje. De boodschap is ernstig, het gaat niet goed met het aantal besmettingen, Nederland gaat in lock-down.

Dinsdagavond 7 uur, de raadsvergadering in Bergen begint. Twee raadsleden zijn ziek thuis en hebben corona, dat wordt echter niet verteld door de burgemeester, zij worden alleen “afwezig” gemeld. Geen beterschapswensen voor hen, noch voor de andere zieke Bergenaren.

raadszaal bergen

De laatste weken heeft onze gemeente fors meer besmettingen per dag dan het landelijk gemiddelde, toch kiest onze burgemeester ervoor om alleen te vermelden dat het naleefgedrag van de winkelsluiting in onze gemeente “zichtbaar is”.

Van enige empathie is geen sprake, medeleven voor getroffen inwoners en ondernemers ontbreekt, een gemiste kans in een situatie die “de ergste crisis na de tweede wereldoorlog” wordt genoemd. 

crisis

Op de agenda van de raadsvergadering staat een onderwerp dat te maken heeft met die andere crisis. Een crisis die zo groot is dat zelfs aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken is gevraagd om een gedeelte van Bergen op te nemen binnen de Crisis- en herstelwet. Tjonge jonge, dat klinkt heftig, wat is er aan de hand? De Crisis- en herstelwet is een wet uit 2010 (de economische crisis) die aanvankelijk was bedoeld om met eenvoudige procedures bouwprojecten op te starten. Het doel was om een economische impuls te geven aan de bouwsector die door de economische crisis in zwaar weer terecht was gekomen. Tegenwoordig kan echter ook een aanspraak op de wet worden gemaakt voor projecten binnen de Energietransitie en daar maakt ons college uiteraard dankbaar gebruik van.

In de zomer van 2019 wordt bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken aangevraagd of de Crisis- en herstelwet kan worden toegepast op Energielandgoed Wells Meer. In de raadsinformatiebrief van september 2019 wordt de raad uitgelegd waarom:

“Binnen de crisis en herstelwet is het mogelijk om af te wijken van de wet- en regelgeving waardoor alvast geanticipeerd kan worden op mogelijkheden die de omgevingswet zal bieden”

“Onder de crisis en herstelwet is het mogelijk een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vast te stellen voor een periode van meer dan 10 jaar”

“ Op basis van de crisis en herstelwet is het voor de gemeenteraad mogelijk om het wijzigen van delen van het bestemmingsplan te delegeren aan het college”

Het klinkt allemaal prachtig.

Jammer dat alleen de positieve zijde van de Crisis- en herstelwet wordt belicht. Een objectieve weergave van de wet was wel op zijn plek geweest zodat de raadsleden in ieder geval in staat zijn om de toepassing van de wet op Energielandgoed Wells Meer op wenselijkheid te kunnen beoordelen.  

Al bij de invoering van de Crisis en Herstelwet in 2010 is er veel kritiek op de wet.

eerste kamer

Na een hoorzitting in de senaat (eerste kamer) wordt geconcludeerd:

“De Crisis- en Herstelwet tast de rechtspositie van burgers aan en staat op gespannen voet met Europese regelgeving”

De mening van de Raad van State:

raad van state

“Een analyse over de effecten van het wetsvoorstel, in het bijzonder ten aanzien van de rechtspositie van burgers, de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid ontbreekt”

commissie mer

De commissie m.e.r. voegt daar aan toe:

“De commissie m.e.r. is van oordeel dat met de Crisis- en herstelwet de mogelijkheden voor inbreng van belanghebbenden ten principale worden ingeperkt”.

Op zich maakt het college gebruik van de beschikbare wet- en regelgeving, daar is verder niets mis mee. Ik ben geen jurist en de precieze impact van de Crisis- en herstelwet op Energielandgoed Wells Meer laat ik graag aan anderen over. De wet komt mij echter over als een hulpmiddel voor de overheid om ruimtelijke plannen er snel door heen te drukken door procedures te verkorten en inspraak te verminderen.

Dit staat wat mij betreft haaks op de project communicatie van het Energielandgoed waarin voortdurend wordt benadrukt dat het Energielandgoed “van en voor de burger” is, en dat de “burger participatie hoog is”. Je zou in dat geval dan ook op z’n minst mogen verwachten dat procedures zorgvuldig worden doorlopen en dat met de inspraak van burgers heel serieus wordt omgegaan.

De vraag is of daar, door het opnemen van het Energielandgoed onder de Crisis- en herstelwet, nog wel aan kan worden voldaan.